Jan, Pier, Tjores en Cornelia
Ik zit in de senaatskamer van het academiegebouw aan de Broerstraat, het hoofdgebouw van de Rijksuniversiteit Groningen. Het is een prachtige zaal met een oud balkenplafond, sierlijke kroonluchters, en rijen statige stoelen in het koningsblauw. Ik ben alleen, maar voel me toch bekeken. Zowel links als rechts van mij steken grijze hoofden uit boven de lambrisering. Het zijn de portretten van de belangrijkste hoogleraren uit de Groningse historie. Vanaf mijn plek kan ik niet anders dan naar ze opkijken.