Als aanstaande moeder vliegen de goedbedoelde adviezen je om de oren. Bij mij gingen de meeste het ene oor in en het andere oor uit, maar dit bleef hangen: bewaar en eet je placenta. Je weet wel, dat ding dat na de bevalling achter je kind aan naar buiten glibbert. Het eten van de moederkoek zou helpen een postnatale depressie te voorkomen. Ik stond niet te springen een Tupperware-bakje voor de nageboorte in mijn ziekenhuistas te stoppen. Maar als wetenschapper moet je je over je vooroordelen heen kunnen zetten. Dus besloot ik het bewijs zo objectief mogelijk tegen het licht te houden.
Koekje van eigen deeg
Volgens aanhangers zou de placenta bomvol voedingsstoffen en hormonen zitten. Door de placenta te eten, zou de daling van hormonen als progesteron en oestrogeen na de bevalling beter opgevangen worden en zo de baby blues voorkomen. Als je weet dat zo’n tien procent van de vrouwen na de bevalling te maken krijgt met een depressie, is dat natuurlijk fantastisch nieuws. Maar wil je daarvoor kauwen op een rauwe lap bloederig orgaanvlees? Ik geef dan toch de voorkeur aan een pittige placentaart. Of wie weet – in de toekomst – een heus hormonatoetje. Voorlopig is de meest gebruikte bereidingsmethode iets minder fantasierijk: de placenta wordt gestoomd, gedroogd, en dan verpulverd tot een persoonlijke pillenset.
Geloof mij nou maar
Naar opmerkelijke verhalen over de wonderbaarlijke werking van placentapillen hoef je niet ver te zoeken. Zo riep Kim Kardashian dat ze bij iedere pil van haar magische moederkoek een surge of energy voelde. Maar gedegen onderzoek naar de effecten van placentapillen blijkt schaars. De onderzoeken tot nu toe baseren zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwen die zelf kozen voor placentapillen. Die testimonials zijn vaak positief, maar vormen geen sterke bewijslast. Want als je gelooft dat iets werkt, lijkt het dat vaak ook te doen.
Baat niet
Gelukkig verscheen in 2017 toch onderzoek naar de hormonale effecten van placentapillen en de effecten op depressie, moeheid, en de moeder-kindrelatie. In dit onderzoek werden vrouwen willekeurig ingedeeld in twee groepen. De ene groep (van twaalf vrouwen) slikte drie weken lang een placentapil, de andere groep (van vijftien vrouwen) een pil met een placebo-supplement. De vrouwen wisten niet welke ze kregen. Wat bleek? Er werden geen noemenswaardige verschillen gevonden tussen de groepen in depressieve stemming, moeheid, of de sterkte van de moeder-kindrelatie. Zelfs niet in hormoonconcentraties. Het slikken van de placentapillen had dus geen enkel nut.
Bittere pil
Je kunt natuurlijk denken: baat het niet, dan schaadt het niet, maar dat blijkt in dit geval een gevaarlijke gedachte. Zo liep een pasgeboren baby een bloedvergiftiging op doordat de moeder placentapillen slikte die met een streptokokkenbacterie waren besmet. De manier waarop placentapillen worden bereid, is mogelijk onvoldoende om bacteriën, maar ook virussen zoals hiv en zika uit te roeien. Daarnaast kunnen allerlei schadelijke stoffen zich ophopen in de placenta. Om die redenen waarschuwt het Amerikaanse instituut voor de volksgezondheid dat je het advies je placenta te eten beter niet voor zoete koek kan slikken. Bij ons blijft het Tupperware-bakje dus thuis. We houden het bij happen in beschuit met muisjes.
Deze column verscheen in Ouders van Nu Magazine (02|2019)
Beeld: Marco Derksen via Flickr (ongewijzigd)