Bij ons kun je van de vloer eten. Qua hoeveelheid etenswaar, that is. Ons kleine Koekiemonster propt eten namelijk niet alleen in, maar ook naast de mond, veegt het van tafel, en smijt het door de lucht. De regio rond zijn kinderstoel lijkt soms wel een rampgebied. Of misschien eerder: een pluktuin. Je plukt namelijk zo weer een heel maaltje van de grond. En de bekende regel luidt: als je voedsel binnen vijf seconden opraapt, kun je het prima weer in de mond steken, toch?
Bereschoon
Dat wilde Jillian Clarke, een Amerikaanse scholiere, ook wel eens weten. In plaats van een summer break te nemen, deed zij tijdens de zomermaanden een onderzoeksstage bij de Universiteit van Illinois. Eerst dweilde ze de gangen van de universiteit, op zoek naar bacteriën. Toen ze die niet kon vinden, haalde ze keramische tegels bij de doe-het-zelfzaak en smeerde die zelf maar in met E. coli, de poepbacterie die een voedselinfectie kan veroorzaken. Vervolgens legde ze er vijf seconden lang gummibeertjes op. Dat bleek lang genoeg voor de bacterie om de beertjes te besmetten. Jillian won voor dit onderzoek in 2004 een Ig-Nobelprijs, de luchtige tegenhanger van de echte Nobelprijs.
Laat maar vallen
Daarna gingen ook wetenschappers zich serieus met de vijfsecondenregel bezig houden. Ze wilden bijvoorbeeld weten hoeveel de precieze contacttijd uit maakt. En what about het soort voedsel dat je laat vallen en het type oppervlak waarop het terechtkomt? Om dat te bepalen smeerden onderzoekers van de Amerikaanse Rutgers University niet alleen keramische tegels, maar ook roestvrij staal, laminaat en tapijt in met een niet-ziekteverwekkende bacterie die op salmonella lijkt. Op die oppervlakten lieten ze vanaf precies 12.5 centimeter hoogte watermeloen, fruitgums en brood vallen. Vervolgens checkten ze hoeveel bacteriën oversprongen als ze de voedselstukjes daar minder dan een seconde, vijf seconden, een halve minuut of vijf minuten lieten liggen.
Stop de tijd
De vijfsecondenregel bleek enigszins te kloppen, want hoe langer de contacttijd, hoe sterker de besmetting. Maar er zat ook veel variatie in: soms was er binnen één seconde al stront aan de knikker en soms duurde het veel langer. Dat had met het soort voedsel en oppervlak te maken. Zo besprong de bacterie de watermeloen al binnen één seconde (want: lekker vochtig!), terwijl hij de fruitsnoepjes minutenlang links liet liggen. En hoewel de bacterie brood meestal wel binnen vijf seconden besteeg, wilde hem dat vanaf tapijt niet lukken (waarschijnlijk doordat het tapijt zelf de bacteriën opslorpte of vastplakte aan zijn vezels). Zo simpel als de vijfsecondenregel is het dus niet.
Ongegrond
Een simpele geruststelling, die is er wel. Als je gummiberen van besmeurde tegels gaat eten, word je ziek. Daar kun je vergif op innemen. Maar al had je aan Jillians bacterievrije universiteitsvloer gelikt, dan had je dat hoogstens wat afkeurende blikken opgeleverd. Geen diarree. De grote boodschap: als er geen ziektemakers aanwezig zijn, gaat de regel niet op. Dus wassen wij netjes IJsbrands handjes en boenen de vloer. Ook al smijt hij die (geheel volgens de regels der kinderkunst) telkens weer vol.
Deze column verscheen in Ouders van Nu Magazine (12|2019)
Beeld: Henley Design Studio from Pexels