Op mijn dertigste deed ik wat typische dertigers doen: twijfelen. In mijn geval ging dat gedub vooral over mijn relatie. Toen die kort daarna overging, kreeg ik van een collega een gratis cursus verwachtingsmanagement. Volgens hem moet je als vrouw simpelweg niet te veel van een relatie verlangen. Het zit namelijk zo: je hebt jagers en vaders. Die twee dingen gaan niet samen, want dat is door testosteron bepaald. Dus moet je als vrouw kiezen: wil je een aantrekkelijke partner of een leuke vader? Na dat grimmige sprookje bleef ik vertwijfeld achter. Zou hier iets van waarheid in zitten?
Vreemde vogel
Volgens de ‘challenge hypothese’ werkt het net iets anders. Het geslachtshormoon testosteron bepaalt waar een man zijn energie in stopt: paren of opvoeden. Maar dat ligt niet voor altijd vast. Eerst helpt een hoge testosteronspiegel mannetjes om vrouwtjes het hof te maken en concurrenten weg te jagen. Daarna helpt een daling in testosteron mannetjes juist om samen de kuikentjes op te voeden. Bij vogels, welteverstaan. Wetenschappers proberen nu uit te vogelen of dit primitieve patroon ook bij de mens ingebakken zit.
Meer of minder
Om te achterhalen of er bij manspersonen ook een verband is tussen vaderschapstatus en testosteron, plozen Amerikaanse onderzoekers onlangs 22 studies na. Ze voegden alle relevante uitkomsten samen en vonden een significant verschil: vaders hadden gemiddeld een lagere testosteronspiegel dan kinderloze mannen. Maar kwam dat door het vaderschap? Of had mijn collega gelijk: hadden de baby daddies daarvoor ook al minder testosteron? Om dat te bepalen liet één studie meer dan zeshonderd Filipijnse mannen twee keer in een buisje spugen om testosteron te meten: op 21-jarige en op 26-jarige leeftijd. Van de vrijgezelle 21-jarigen hadden zij die het sterkste stuiterden van het testosteron vijf jaar later vaker een partner aan de haak geslagen. En jawel hoor: vrijwel direct na het vaderschap nam hun testosteron – net als bij vogels – een duikvlucht.
Duidelijke dip
Hebben onze kuikentjes ook wat aan die testosterondip? Dat zou goed kunnen. Eerdere studies vonden namelijk dat mannen die meer gericht zijn op hun kinderen, minder testosteron hebben. En ook de Filipijnse dip was het sterkst bij mannen die daadwerkelijk betrokken waren bij de zorg van hun nageslacht. Het lijkt er dus op dat ook mannen bij het oppakken van de vaderrol een handje geholpen worden door hun eigen biologie. Testosteron is maar één deel van het verhaal; de rol van andere hormonen bij de overgang van jager naar vader wordt nog onderzocht.
Er was eens
Gelukkig lijkt het sprookje van de aantrekkelijke jagers versus de leuke vaders dus aardig achterhaald. Daar had ik misschien ook niet per se de wetenschappelijke literatuur voor in hoeven duiken. Ik had ook naast me kunnen kijken, naar de stoere man die me vijf jaar geleden onverwachts over zijn schouder gooide. Op die schouder ligt nu een heel tevreden mannetje te slapen. Ik kruip nog iets dichter tegen mijn mannen aan en geniet. Het leven is misschien geen sprookje, maar dit voelt stiekem toch als een happy end.
Deze column verscheen in Ouders van Nu Magazine (11|2019)
Beeld: Gabriel Pompeo from Pexels