Bij de bevalling van IJsbrand verwachtte ik een kleine Tarzan de wereld in te slingeren. Een frummeltje met woeste haren. Zelf werd ik namelijk met zo’n enorme haardos geboren dat het leek alsof mijn moeder me een pruik had opgezet. Maar IJsbrand bleek een kale knakker. Dat paste niet helemaal bij mijn babybeeld. Geen nood, las ik online: scheer het donshaar van je baby af en het groeit terug als een volle bos. Volgens mijn schoonzus was die praktijk vroeger schering en inslag. Maar werkt het ook? Voordat ik ons kleine schaapje ga scheren, duik ik eerst maar eens de literatuur in om haarfijn uit te zoeken hoe het zit.
Net uit het nest
Bij de geboorte hebben baby’s voornamelijk nestharen op hun hoofd. Dat zijn korte, dunne, donsachtige haartjes met weinig pigment. Daardoor zijn ze soms ook amper zichtbaar. Geen paniek als het wat schamel oogt, want in de eerste zes maanden vallen de nestharen vanzelf uit en worden ze geleidelijk aan vervangen door terminaal haar. Dat klinkt niet best, maar is het wel: het is het ‘uiteindelijke’ haar, dat langer, steviger, dikker en donkerder is dan het nesthaar. Het is dus niet zo dat het nesthaar in één keer uitvalt, en bovendien begint tegelijkertijd het ‘uiteindelijke’ haar van je baby te groeien.
Wortel en al
Elke haar groeit vanuit een haarfollikel, een soort zakje onder de huid waarin de haarwortel vastzit. De haarwortel mag dan diep onder de huid zitten, hij is het enige levende gedeelte van het haar. En behoorlijk actief! Er worden aan de lopende band nieuwe cellen gevormd, zodat het haar altijd blijft groeien.
Dooie boel
Die nieuwe cellen duwen eerder gevormde cellen steeds verder omhoog naar de oppervlakte van de huid, totdat de haar boven de huid uitpiept. Het zichtbare gedeelte van het haar, oftewel de haarschacht, is dood. Dat betekent dat als je het bolletje van je baby scheert, je dus alleen het bovenste (dode) deel van het haar snoeit. De wortel blijft intact.
Scheer je weg
Door het scheren verandert er dus niets aan de eigenschappen van het haar zelf. Behalve dan dat er niet een zacht puntje teruggroeit, maar een stompje. Je schiet er dus niets mee op. Sterker nog, voordat het stompje weer de lengte bereikt van de weggeschoren haartjes, ben je, vanwege de groei van 0,35 millimeter per dag, zo alweer een paar maanden verder. Bovendien loopt een baby bij het scheren risico op wondjes en mist je wurm na afloop een belangrijke beschermlaag tegen de kou.
Klaar voor de schaar
Met je handen in het haar gaan zitten is niet nodig. Op hun eerste verjaardag hebben de meeste baby’s al een aardige dos. Bij ons is het zelfs binnenkort tijd om de schaar erin te zetten. IJsbrand heeft dan misschien niet mijn babypruik geërfd, maar zijn donkere manen zijn inmiddels toch lang genoeg voor een eerste knipbeurt.
Deze column verscheen in Ouders van Nu Magazine (06|2019)
Beeld: Pixabay via Pexels